• Het spel bestaat uit 104 speelkaarten en 4 jokers.
• Er kan met 3 of 4 personen aan een tafel worden gespeeld.
• Er worden 3 ronden van elk 6 partijen gespeeld.
• Voor iedere ronde wordt er geloot aan welke tafel U speelt.
• Er moet één voor één worden gegeven en iedere speler krijgt 13 kaarten.
• De puntentelling van de kaarten is bij het op tafel leggen:

• Met minimaal 40 punten mag U Uw kaarten voor de eerste keer op tafel leggen. Hierna mag U ook bij mede spelers kaarten aanleggen.
• Een joker mag voor iedere kaart worden neer gelegd, dus ook drie jokers mogen naast elkaar als setje worden uitgelegd. Men moet wel aangeven voor welke kaart een joker is gelegd.
• Een joker omruilen voor de oorspronkelijke kaart mag alleen nadat U zelf op tafel bent uitgekomen. Deze joker hoeft men niet meteen weer op tafel uit te leggen.
• Degene na de gever mag de eerste kaart van het weggooi stapeltje kopen, zonder deze meteen op tafel te leggen. Hierna mag men alleen van dit stapeltje kopen als men die kaart gebruikt om een setje kaarten op tafel te leggen of als aansluiter bij één van de bestaande setjes.
• Nadat iedere speler één keer aan de beurt is geweest, mag U in één keer alle kaarten op tafel leggen
• U moet altijd één kaart kunnen weggooien. Is dit Uw laatste kaart dan bent U winnaar van dit spel en krijgt U 0 (= nul) punten.
• De overige spelers tellen nu de punten van de kaarten die zij in hun handen hebben.

De waarde van de kaarten is:

2 t/m 10 telt voor het op de kaart aangegeven aantal

Een joker in de hand telt altijd voor 25 punten

• De kaarten moeten voor iedereen zichtbaar en hardop worden geteld.
• Het aantal behaalde punten wordt ingevuld op het wedstrijdformulier.
• Aan het einde van de 6 partijen telt U de kolommen op en laat dit controleren door de overige spelers. Hierna levert U het formulier in bij de wedstrijdleiding.

• Er wordt gespeeld volgens het zgn. "Amsterdamse systeem"

• Er worden op één avond 3 ronden van ieder 16 partijen gespeeld.
• Voor iedere ronde wordt er geloot aan welke tafel U speelt.

• Delen geschiedt in de volgorde 3 - 2 - 3.

• Degene die links naast de gever zit, is verplicht te spelen en moet zelf de troef bepalen. Dit mag ook een troef wezen waarvan hij zelf geen kaart heeft.

• Een "PIT" wordt beloond met 162 punten en een extra bonus van 100 roem.
• Als degene die speelt "NAT" gaat, krijgt de tegenstander 162 punten, de door de verliezer behaalde roem en de eigen behaalde roem.
• Vallen in één slag vier dezelfde kaarten (b.v. 4 boeren), dan is dat 100 roem extra waard.
• De kaarten moeten voor iedereen zichtbaar en hardop worden geteld.
• Na afloop van iedere ronde worden de punten en de roem opgeteld en het behaalde aantal pitten ingevuld in het daarvoor bestemde vakje.
• De schrijver laat het resultaat controleren door de overige spelers. Hierna levert U het formulier in bij de wedstrijdleiding.
• Bij eventueel vrij loten voor een ronde, krijgt U 1600 punten en 1 pit.

U kunt per avond nooit meer dan één keer worden vrij geloot.